Warmtepompen zijn ontworpen om zelfs uit koude buitenlucht warmte op te wekken, waarbij sommige modellen effectief blijven werken bij buitentemperaturen tot wel -25 graden Celsius. Dit maakt ze bijzonder geschikt voor gebruik in de winter, zelfs in koude klimaten.
Hoewel warmtepompen ook bij lage temperaturen warmte kunnen genereren, neemt hun efficiëntie af naarmate de buitentemperatuur daalt. Het is namelijk eenvoudiger om warmte te onttrekken aan warmere lucht dan aan koude lucht. Hierdoor levert de warmtepomp bij lagere temperaturen minder capaciteit dan bij mildere weersomstandigheden.
In hybride systemen, die een combinatie vormen van een warmtepomp en een cv-ketel, kan de warmtepomp bij extreem lage buitentemperaturen automatisch worden uitgeschakeld. In dat geval neemt de cv-ketel de verwarming van de woning volledig over, om te garanderen dat het binnen aangenaam warm blijft.
Volledig elektrische warmtepompen, die geen cv-ketel als back-up hebben, zijn vaak uitgerust met elektrische verwarmingselementen. Deze elementen fungeren als een back-up-voorziening: wanneer de warmtepomp het bij zeer lage temperaturen niet meer alleen aankan, schakelen de elektrische elementen bij om extra warmte te leveren. Hierdoor blijft het huis ook bij strenge vorst comfortabel warm.
Het is belangrijk om bij de keuze voor een warmtepomp rekening te houden met de klimatologische omstandigheden van jouw woongebied en het energieverbruik van de back-up-voorzieningen, zodat je een systeem kiest dat optimaal aansluit bij jouw verwarmingsbehoeften.
Gerelateerde FAQ:
1. Hoe lang duurt het plaatsen van een warmtepomp?
2. Verlaagt een warmtepomp mijn energierekening?
3. Wat kost het plaatsen van een warmtepomp?
4. Wat is het verschil tussen een lucht, grond en water warmtepomp?