Woningcorporatie Eigen Haard verduurzaamt met zonlichtsysteem
Woningcorporatie Eigen Haard Amsterdam gooide in 2017 het roer om. In vijf jaar tijd verduurzaamden ze negentien van hun flatgebouwen in de regio Amsterdam en Amstelveen. Dat gebeurde door de oude geisers en boilers in alle gebouwen te vervangen door één centraal zonlichtsysteem van Remeha. De exacte besparing is top op heden nog niet exact bekend, maar qua verduurzaming zet de woningcorporatie hiermee wel een grote stap richting een aardgasvrije toekomst.
Toen Eigen Haard in 2017 begon met de implementatie van zonlichtsystemen stond aardgasreductie nog niet bovenaan de duurzaamheidsagenda. “We zetten in eerste instantie in op een vermindering van de CO2-uitstoot van onze gebouwen. Dat we nu ook veel aardgas besparen, is mooi meegenomen”, begint Tjalling Snip, technisch adviseur bij de Amsterdamse woningcorporatie. “Momenteel richten we ons ook op de installatie van andere duurzame systemen zoals stadsverwarming, warmtepompen en PV-panelen. Dat vergt echter heel wat puzzelwerk, want we hebben op onze daken geen ruimte voor alle installaties.”
Exacte besparingscijfers kan Snip nog niet laten zien. “De monitoring hebben we pas begin 2022 opgestart. De eerste inzichten verwachten we eind dit jaar. Al is een exacte vergelijking daarbij lastig. Alle bewoners hadden eerst een eigen geiser en boiler. Ze rekenden zelf hun gas en elektra af. Nu gebruiken ze een collectief systeem en betalen ze aan Eigen Haard voor de opwekking en stookkosten. We kunnen dus niet exact meten hoeveel het oplevert, maar we zien wel hoeveel gigajoule het systeem opwekt.”
“We zetten in eerste instantie in op een vermindering van de CO2-uitstoot van onze gebouwen. Dat we nu ook veel aardgas besparen, is mooi meegenomen”
Van pilot naar negentien flats
Hoe kwam de woningcorporatie ertoe om in te zetten op deze duurzamere verwarmingsmethoden voor warm tapwater? “Nog los van de klimaatdoelstellingen wilden we al duurzamer verwarmen.” Snip liet zich daarom op een vakbeurs adviseren door Remeha en koos in overleg vervolgens voor de plaatsing van een zonlichtsysteem. Snip: “De gebruikte HFS zonneboiler was toen nog voor iedereen een nieuw concept. Daarom begonnen we met één flat als pilot. Dat beviel op meerdere vlakken zo goed dat we meteen achttien andere gebouwen inplanden. De collectoren, in combinatie met de boilers, werken fantastisch.”
Het systeem is nog altijd relatief nieuw, wat een woningcorporatie uit Delft deed besluiten om, samen met een vertegenwoordiger van Remeha, een bezoek te brengen aan één van de appartementencomplexen. Zij wilden zien of ook zij dit concept kunnen gebruiken. Hoewel dit voor iedereen dus een nieuwe uitdaging was, is Snip zeer te spreken over de samenwerking met Remeha. “Alle plannen werden tot in detail uitgedacht, ook door de installateurs. We werken veel samen met Breman Zwolle, Kropman Installatietechniek en Bonarius. Bij dit soort klussen komt de technische kennis van deze gerenommeerde bedrijven goed van pas.”
Voordelen van een zonlichtsysteem
Verduurzaming is slechts één van de voordelen van een zonlichtsysteem. Gosse Visscher, Business Accountmanager Utiliteit Noord West Nederland bij Remeha legt uit: “Dit systeem bespaart ongeveer net zo veel aardgas als een hybride-opstelling met een warmtepomp. Besparingen kunnen wel oplopen tot 60%. Zeker voor woningcorporaties, die niet alleen naar terugverdientijd kijken, loont een zonlichtsysteem. Je laat aan je bewoners namelijk zien dat je actief bezig bent met ons milieu.”
Ook het gebouw heeft volgens Visscher weinig te lijden onder de renovatie. “Het afgiftesysteem en leidingwerk kunnen vrijwel onveranderd blijven en onderhoud is minimaal. Buiten het jaarlijkse onderhoud om raden we aan eens in de vijf à zes jaar de glycol in het collectorsysteem te vervangen; dat is het middel dat de warmteoverdracht van de zon naar het collectieve warmwatersysteem verzorgt. Onze verwachting is dat de levensduur van deze systemen gelijk is aan die van een reguliere cv-ketel of warmtepomp.”
Bestand tegen de elementen
De levensduur verlengen van een technisch hoogstaande installatie als een zonlichtsysteem is mogelijk door zorgvuldig installatiewerk. En ondanks dat klimaatverandering ons dwingt om zuiniger en duurzamer te leven, is het diezelfde klimaatverandering die zorgt voor steeds extremere weersomstandigheden in Nederland. Onze zomers worden warmer en droger, de stormen zwaarder en regenbuien heftiger. Allemaal factoren om tijdens het installatiewerk rekening mee te houden.
De zonnecollectoren van Remeha kunnen echter tegen een stootje. Dat ondervond Snip begin dit jaar zelf. In januari en februari trokken maar liefst vier zware stormen over Nederland. “De frames met daarop de zonnecollectoren verankerden we aan het dak, omdat de standaard optie met betontegels te zwaar bleek voor veel van onze daken. Desondanks doorstond deze constructie de afgelopen stormen uitstekend. Op het enige dak waar we wel met betontegels werkte, hield de stellage het niet.”
Hele hoge temperaturen
Hoewel zonlicht de belangrijkste krachtbron is voor een zonlichtsysteem, stelt de zon de ontwerpers ook voor een uitdaging. De glycol die door de ‘aderen’ van het systeem stroomt, kan door de warmte namelijk temperaturen bereiken van wel 155 graden Celsius. Dat betekent dat alle fittingen, koppelingen, enzovoort bestand moeten zijn tegen hoge druk en temperaturen van zo’n 220 graden Celsius. Met een gewone verwarmingskoppeling red je het dan niet volgens Visscher. Snip: “Om oververhitting van onder andere de boiler te voorkomen, schakelen we de collectoren wel eens uit. Op dat moment tikt de inhoud al bijna de 100 graden Celsius aan. De installatie mag ook niet veel heter worden. Het opgeslagen warme water, mengen we vervolgens met koud water. We willen immers geen kokend water door de leidingen het gebouw in pompen.”
Veelzijdige boiler
Bij elk zonlichtsysteem hoort een boiler of meerdere boilers. Op advies van de vertegenwoordiger van Remeha koos woonstichting Eigen Haard voor de (zonne)boiler HFS. Deze boiler maakt legionellavrije warmwaterverwarming voor grote complexen mogelijk. De multifunctionaliteit spreekt ook Tjalling Snip aan. “De boiler kan worden aangesloten op warmtapwatersystemen, de cv-installatie, een warmtepomp en onze zonnecollectoren. We bekijken daarom nu ook de mogelijkheid om deze boiler ook bij een ander complex van ons te plaatsen. De combinatie met een warmte- en koudeopslag (WKO) leent zich daar uitstekend voor. Een tussenwarmtewisselaar geeft de warmte dan af aan een secundaire warmtepomp.” De engineering hiervan gebeurt in samenwerking met Remeha. “Zij adviseerden ons in eerste instantie al geweldig en weten alles van hun producten.”
Snip prijst de snelle ontwikkelingen binnen Remeha. “Eerst was er alleen een 500 liter buffervat. Nu bieden ze ook een 750 en 1000 liter vat aan. Die staan inmiddels al in drie van onze gebouwen. Onder andere in een appartementencomplex dat is aangesloten op stadsverwarming van Vattenfall vind je zo’n buffervat. Een verdeler brengt de warmte naar de boilers en de centrale verwarming.”
Aanbeveling voor commerciële installaties
Met name in de zomer profiteert de gebruiker van een zonlichtsysteem. Bij commerciële installaties, zoals in de gebouwen van Eigen Haard, draait het tapwatersysteem op zulke dagen volledig op de zon. Hun CO2-voetafdruk wordt daarmee, zoals beoogd, stukken kleiner. Met één of meerdere buffervaten creëren zij zelfs een reserveopslag voor de nacht of voor wanneer de zon niet schijnt. Zeker voor panden met een 24/7 vraag naar warm tapwater, is dat volgens zowel Snip als Visscher een uitstekende oplossing.